Hoofdstuk 3: deel 1
Bah, die rot misselijkheid ook. Ik heb telkens het idee dat ik moet overgeven, maar dan blijkt het uiteindelijk loos alarm te zijn.
Nu zit ik op de wc, te wachten op de uitslag van de zwangerschapstest. Ik denk niet dat ik zwanger ben, maar ik moet het toch zeker weten. Ik voel me tenslotte al een paar weken niet helemaal optimaal.
Nu zit ik op de wc, te wachten op de uitslag van de zwangerschapstest. Ik denk niet dat ik zwanger ben, maar ik moet het toch zeker weten. Ik voel me tenslotte al een paar weken niet helemaal optimaal.
Ongeduldig wacht ik af tot de test aangeeft of ik nou zwanger ben of niet. Na een tijdje verschijnt er een plusje. Dat betekent dat ik zwanger ben. Sam en ik krijgen een kindje!
Maar opeens verstijf ik. Stel nou dat Sam niet de vader is. Nee... dat kan toch niet? Toch niet van die ene keer?
Maar opeens verstijf ik. Stel nou dat Sam niet de vader is. Nee... dat kan toch niet? Toch niet van die ene keer?
Die avond zit ik met Sam aan tafel. Ik eet niet, ik heb geen trek. De misselijkheid overheerst.
'Sam, ik moet je iets vertellen,' begin ik. Hij kijkt niet op, hij is te geconcenteerd op zijn eten. 'Wat is er liefje?' vraagt hij.
'Sam, ik moet je iets vertellen,' begin ik. Hij kijkt niet op, hij is te geconcenteerd op zijn eten. 'Wat is er liefje?' vraagt hij.
'Waarom eet je trouwens niks? Dat is toch niet gezond. Je moet goed eten, anders heb je geen energie!'
'Nou kijk, dat is het 'm dus juist. Ik eet niet, omdat ik misselijk ben.'
'Ben je soms ziek?' Hij kijkt op. 'Als dat zo is, ga je morgen niet werken en neem ik een dagje vrij om voor je te zorgen!'
'Eigenlijk ben ik al een paar weken vaak misselijk,' probeer ik nog eens. Sam kijkt me bezorgd aan. 'Maar dan moet je naar de dokter!' zegt hij.
'Nou kijk, dat is het 'm dus juist. Ik eet niet, omdat ik misselijk ben.'
'Ben je soms ziek?' Hij kijkt op. 'Als dat zo is, ga je morgen niet werken en neem ik een dagje vrij om voor je te zorgen!'
'Eigenlijk ben ik al een paar weken vaak misselijk,' probeer ik nog eens. Sam kijkt me bezorgd aan. 'Maar dan moet je naar de dokter!' zegt hij.
'Nee, ik hoef niet naar de dokter. Het gaat heel goed met me. Beter dan goed zelfs. Want Sam, we krijgen een kindje!'
Ik was zo opgelucht vanmiddag, toen er op de test stond dat ik vijf tot zes weken zwanger ben. Ik ben pas drie weken thuis van Frankrijk, dus kan Jean nooit de vader zijn!
Ik was zo opgelucht vanmiddag, toen er op de test stond dat ik vijf tot zes weken zwanger ben. Ik ben pas drie weken thuis van Frankrijk, dus kan Jean nooit de vader zijn!
Sam kijkt me met grote ogen aan. Er verschijnt een brede grijns op zijn gezicht. 'Echt waar? Ben je zwanger?' vraagt hij blij. 'Eindelijk! We krijgen een kindje!'
Hij trekt me van mijn stoel af. Opeens is zijn eten helemaal niet belangrijk meer. 'Kom hier, lieverd, dan krijg je een knuffel,' zegt hij. Ik voel me veilig in zijn sterke armen.
'Enneh, eigenlijk vind ik dat we nu wel snel moeten trouwen.' Ik kijk hem gemaakt-smekend aan. 'Voor ik geen normale trouwjurk meer aan kan.'
'Enneh, eigenlijk vind ik dat we nu wel snel moeten trouwen.' Ik kijk hem gemaakt-smekend aan. 'Voor ik geen normale trouwjurk meer aan kan.'
Deel 2
De dag van ons huwelijk breekt aan. Er zijn een paar weken verstreken sinds mijn aanzoek aan Sam.
Nu sta ik voor de spiegel nog even voor de laatste keer mijn make-up te checken en kijk ik of mijn buik al dikker wordt. Nee, je ziet er nog niks van.
Nu sta ik voor de spiegel nog even voor de laatste keer mijn make-up te checken en kijk ik of mijn buik al dikker wordt. Nee, je ziet er nog niks van.
De deur van onze slaapkamer gaat open en Sam komt binnen. In de deuropening blijft hij staan. 'Je ziet er prachtig uit,' zegt hij bewonderend.
'Echt? Vind je niet dat deze jurk me dik maakt?' Dan draai ik me naar hem om. 'Hé, eigenlijk mag je me nog helemaal niet zien tot het echt is begonnen! Dat brengt ongeluk!' zeg ik gestrest.
'Rustig maar, je bent prachtig. En nee, je bent absoluut niet dik in die jurk. Hij is schitterend.' Hij pakt me stevig vast en legt zijn armen om mijn middel. 'Liefje, je moet je niet zo opwinden. We gaan zo trouwen, daar moet je van genieten!'
Ik weet dat hij gelijk heeft en ik ontspan me iets. Maar toch ben ik zenuwachtig. Stel dat de gasten niet op komen dagen of zo?
'Nou, kom mee. Volgens mij zijn de eerste gasten er,' zegt Sam en hij trekt me aan mijn hand mee naar buiten.
Ik weet dat hij gelijk heeft en ik ontspan me iets. Maar toch ben ik zenuwachtig. Stel dat de gasten niet op komen dagen of zo?
'Nou, kom mee. Volgens mij zijn de eerste gasten er,' zegt Sam en hij trekt me aan mijn hand mee naar buiten.
Als ik naar buiten loop zie ik daar de eerste gast. Cindy! Ik ren, voor zover mijn jurk dat toelaat, naar haar toe en omhels haar stevig.
'Cindy!' roep ik. 'Wat leuk je te zien!'
'Ja, het is ook zo lang geleden dat ik je voor het laatst zag. Bridgeport ligt niet naast de deur, hè.'
'Cindy!' roep ik. 'Wat leuk je te zien!'
'Ja, het is ook zo lang geleden dat ik je voor het laatst zag. Bridgeport ligt niet naast de deur, hè.'
'Maar wat zie je er goed uit!' gaat ze verder. 'En wie had dat nou gedacht, dat je ooit nog eens met Sam zou tróúwen!' Ik moet lachen. 'Ja, ik weet het. Dat had ik echt niet gedacht,' zeg ik.
'Wat vind je trouwens van mijn jurk?' vraagt Cindy.
'Wat vind je trouwens van mijn jurk?' vraagt Cindy.
Ik bekijk haar eens goed. De jurk ziet er meer uit alsof ie is bedoeld voor een avondje paaldansen dan voor een bruiloft, maar ik zeg er niks van. Cindy heeft niet altijd de beste smaak qua kleren gehad.
'Hij is mooi,' zeg ik daarom maar. Ik heb geen zin om haar te bekritiseren, want ik vind het zo leuk dat ze helemaal uit Bridgeport gekomen is!
'Hij is mooi,' zeg ik daarom maar. Ik heb geen zin om haar te bekritiseren, want ik vind het zo leuk dat ze helemaal uit Bridgeport gekomen is!
Het is een gezellige dag; het is mooi weer, er is lekker eten en de gasten vermaken zich prima. Ze kletsen en dansen met elkaar. Sam en ik hebben ook speciaal voor vandaag een barkeeper ingehuurd, en de drankjes zijn erg populair.
Dan is het moment aangebroken waar iedereen op heeft gewacht. De zon is gezakt en verspreidt nu een oranje-achtig licht. Alle gasten kommen rondom Sam en mij op de steiger staan.
Sam en ik kijken elkaar aan, terwijl we elkaars handen vast hebben.
Dan haalt Sam de ring tevoorschijn en schuift hem zachtjes om mijn vinger. Ik pak zijn ring en schuif hem ook om zijn ringvinger. We kijken elkaar aan en even lijkt het alsof er niemand om ons heen staat, alsof wij twee de enige levende wezens zijn op aarde.
Dan haalt Sam de ring tevoorschijn en schuift hem zachtjes om mijn vinger. Ik pak zijn ring en schuif hem ook om zijn ringvinger. We kijken elkaar aan en even lijkt het alsof er niemand om ons heen staat, alsof wij twee de enige levende wezens zijn op aarde.
Als Sam me vastpakt en me teder zoent, vliegen de vlinders in mijn buik door elkaar heen en maakt mijn hart een sprong. De mensen om ons heen klappen en mijn moeder staat te sniffen. 'We zijn getrouwd,' fluister ik tegen Sam en hij glimlacht.
Niet heel lang daarna liggen we samen op het bed. Alle gasten zijn naar huis en het is tijd om de huwelijksnacht te beginnen. En de huwelijksreis natuurlijk. Morgen vertrekken we naar een tropisch eiland, waar we twee weken samen zullen zijn.
Maar voor het zover is, verdwijnen we eerst samen onder de dekens.
Maar voor het zover is, verdwijnen we eerst samen onder de dekens.