Hoofdstuk 8: Baby's en kittens
Nog net op tijd bereik ik de wc, voor mijn hele maaginhoud erin verdwijnt. Kreunend veeg ik mijn mond af en neem een paar slokken water om de zure smaak weg te spoelen. Ik haat dit. Ik ben niet ziek, maar soms komt het ineens naar boven en dan is het een kwestie van op tijd de wc bereiken. Ik vraag me af wat ik heb. Misschien een virus of zo.
Als ik weer bekomen ben van mijn sprint naar de badkamer, pak ik de telefoon en het telefoonboek om iets te doen wat ik al een tijdje van plan ben: een maatje voor Mr. Pickles in huis nemen. Ik heb het idee dat hij wat eenzaam is de laatste tijd, dus dat lijkt me een goede oplossing.
Niet lang daarna stopt er een auto voor onze deur die ons nieuwste gezinslid komt brengen. Haar naam is Hazel, zo heette ze al. Ze loopt naar binnen en kijkt onderzoekend om zich heen.
Mr. Pickles is meteen nieuwsgierig. Ze besnuffelen elkaar uitgebreid en beginnen meteen achter elkaar aan te rennen en te spelen.
Binnen de kortste keren zijn de twee de beste vrienden. Als de één slaapt, houdt de ander de wacht en andersom. Niet dat het nodig is om elkaar te beschermen hier in huis, maar ik vind het wel lief.
Het duurt niet lang voor ik maar al te goed besef waar die rare misselijkheid vandaan komt, en een klein testje bewijst dat. Ik ben zwanger! Dat ik daar niet meteen aan gedacht heb...
Op een avond liggen Joe en ik 's avonds nog wat te lezen op bed, als ik mijn boek weg leg. 'Joe, raad eens?' zeg ik blij. Hij kijkt me aan over de rand van zijn boek. 'Wat is er?' vraagt hij. Ik grijns. 'Ik ben zwanger!'
Op een avond liggen Joe en ik 's avonds nog wat te lezen op bed, als ik mijn boek weg leg. 'Joe, raad eens?' zeg ik blij. Hij kijkt me aan over de rand van zijn boek. 'Wat is er?' vraagt hij. Ik grijns. 'Ik ben zwanger!'
Hij klapt zijn boek dicht en legt het weg. 'Zwanger?' zegt hij ongelovig. Er is geen blijdschap te zien op zijn gezicht. 'Dat meen je niet, hè?'
Ik kijk hem met grote ogen aan, voel me gekwetst. 'Natuurlijk meen ik dat! Wat dacht je dan?'
'Heb ik soms gezegd dat ik vader wil worden? Voor zover ik weet namelijk niet,' zegt hij geïrriteerd. 'Ik ben er nog niet aan toe me zo vast te leggen.'
'Wat...' Dit meent hij toch niet? 'Weet je nog dat jíj míj ten huwelijk vroeg?' zeg ik.
Ik kijk hem met grote ogen aan, voel me gekwetst. 'Natuurlijk meen ik dat! Wat dacht je dan?'
'Heb ik soms gezegd dat ik vader wil worden? Voor zover ik weet namelijk niet,' zegt hij geïrriteerd. 'Ik ben er nog niet aan toe me zo vast te leggen.'
'Wat...' Dit meent hij toch niet? 'Weet je nog dat jíj míj ten huwelijk vroeg?' zeg ik.
'Betekent dat niet dat je je wil vastleggen en een gezin wil beginnen? Mét kinderen?'
'Ik weet heus nog wel dat ik je ten huwelijk heb gevraagd. Maar ik wil geen kinderen. Nu niet in ieder geval. Kun je het niet... laten weghalen of zo?'
'Ik weet heus nog wel dat ik je ten huwelijk heb gevraagd. Maar ik wil geen kinderen. Nu niet in ieder geval. Kun je het niet... laten weghalen of zo?'
Ik kijk hem aan, maar wil niet horen wat hij zegt. Maar ik kan het niet negeren.
'Even ter duidelijkheid, een baby is niet iets wat je even in huis kan nemen als je het leuk vindt en weer kan dumpen als je er geen zin meer in hebt. Het is iets voor altijd en je moet er samen achter staan.' Ik kan gewoon niet begrijpen dat hij er zo luchtig over doet, alsof het niks is.
'Even ter duidelijkheid, een baby is niet iets wat je even in huis kan nemen als je het leuk vindt en weer kan dumpen als je er geen zin meer in hebt. Het is iets voor altijd en je moet er samen achter staan.' Ik kan gewoon niet begrijpen dat hij er zo luchtig over doet, alsof het niks is.
'We hebben het er later wel over,' snauwt hij. 'Laten we nu gaan slapen.'
'Nee, ga jij maar vast slapen, ik kom zo wel.' Ik probeer rustig over te komen, maar vanbinnen schreeuw ik het uit.
'Wat ga je doen?' vraagt hij. Ik schud mijn hoofd. 'Gewoon een stukje lopen.'
'Nee, ga jij maar vast slapen, ik kom zo wel.' Ik probeer rustig over te komen, maar vanbinnen schreeuw ik het uit.
'Wat ga je doen?' vraagt hij. Ik schud mijn hoofd. 'Gewoon een stukje lopen.'
Als ik bij het parkje aankom, zie ik tot mijn opluchting dat Jerome er al is. 'Fijn dat je zo laat nog kon komen,' zeg ik met trillende stem.
'Natuurlijk, ik lag toch nog niet in bed,' zegt hij. Hij kijkt bezorgd. 'Wat is er allemaal aan de hand? Je klonk zo overstuur aan de telefoon.'
'Natuurlijk, ik lag toch nog niet in bed,' zegt hij. Hij kijkt bezorgd. 'Wat is er allemaal aan de hand? Je klonk zo overstuur aan de telefoon.'
'Ik, eh... Joe en ik hadden ruzie, omdat...' Stotterend begin ik het verhaal te vertellen. Als ik klaar ben trekt hij me tegen zich aan om me een knuffel te geven en hij veegt de traan die over mijn wang rolt weg. Ik had niet beseft dat de ruzie zoveel voor me betekende.
Zijn armen voelen sterk en beschermend en wat mij betreft hoeft hij me nooit meer los te laten.
Zijn armen voelen sterk en beschermend en wat mij betreft hoeft hij me nooit meer los te laten.
Jammer genoeg gebeurt dat te snel, maar hij pakt mijn hand en trekt me mee naar een plekje met zacht gras en geurende bloemen. Daar gaan we zitten op de grond, dicht tegen elkaar aan, en staren naar de sterren. Het is niet nodig om iets te zeggen, want de stilte tussen ons is niet ongemakkelijk, maar juist fijn.
Na een tijdje wordt de stilte toch verbroken en praten we over onzinnige dingen, alles behalve de onderwerpen Joe en kinderen. Zijn lach werkt aanstekelijk en binnen no time liggen we bijna over de grond te rollen. Waarom weet ik niet, maar het werkt bevrijdend.
'Dankjewel voor alles. Je bent de beste vriend die iemand zich kan wensen.' Ik glimlach en sta op. Hij volgt mijn voorbeeld. 'Ik eh, moet maar weer eens gaan. Straks wordt Joe wakker en merkt dat ik er niet ben.' Jerome knikt. 'Zie ik je snel weer?' vraagt hij. Hij staat nu zo dichtbij dat ik de vlekjes in zijn irissen kan tellen. Zonder na te denken of voor hij iets kan doen druk ik mijn lippen op de zijne. Maar hij deinst niet terug; hij beantwoordt mijn kus juist.
'Dat lijkt me een ja,' grijnst hij. Ik knik blozend. Ik weet dat ik nu heel fout bezig ben, dat het niks kan worden. Ik heb mijn trouw gezworen aan Joe en ik kan niet bij de eerste ruzie al meteen in iemand anders' armen vluchten. Zeker niet nu er een klein kindje in mijn buik woont.
Ik probeer de deur zo zacht mogelijk open te doen, maar hij kraakt een beetje. De katten komen vrolijk mauwend op me af lopen. 'Ssst,' sis ik. 'Straks wordt Joe wakker!' Maar het is al te laat. Als ik naar de bank kijk, zie ik hem daar zitten. Hij zet de tv uit en draait zich naar me om.
Ik krimp ineen als ik zijn blik zie. 'Waar ben jij geweest?!' vraagt hij dreigend. 'Ik... ik was gewoon een stukje lopen, dat zei ik toch?'
'Een stukje lopen? Het is 4 uur 's nachts! Moet ik dat geloven?'
Ik krimp nog verder ineen. Het voelt net alsof ik weer een tiener ben en mijn vader heeft me betrapt op te laat thuiskomen.
'Een stukje lopen? Het is 4 uur 's nachts! Moet ik dat geloven?'
Ik krimp nog verder ineen. Het voelt net alsof ik weer een tiener ben en mijn vader heeft me betrapt op te laat thuiskomen.
'Je was zeker weer bij die Jerome, of niet?' Zijn ogen spuwen vuur. 'Jerome en ik zijn gewoon goede vrienden! Niks meer!'
'En daarom ga je midden in de nacht naar hem toe? Hoe kun je me zo bedriegen?'
Ik deins achteruit als hij zijn hand opheft en op het punt staat mijn wang te raken. 'Ik was niet bij hem thuis! We hebben gewoon wat gepraat in het park!' Tranen springen in mijn ogen.
'En daarom ga je midden in de nacht naar hem toe? Hoe kun je me zo bedriegen?'
Ik deins achteruit als hij zijn hand opheft en op het punt staat mijn wang te raken. 'Ik was niet bij hem thuis! We hebben gewoon wat gepraat in het park!' Tranen springen in mijn ogen.
Ondanks mijn angst maak ik me ook zorgen om hem. 'Joe, ben je weer aan de drugs?' Zijn stemming veranderd op slag. Hij wordt terughoudend en weigert antwoord te geven. 'Joe?' probeer ik nog eens, maar hij kijkt weg.
Ik besluit het er maar bij te laten. 'Ik ga slapen. En ik verwacht je niet bij me in bed.' Ik wil hem duidelijk laten merken hoe ik denk over zijn geruzie en drugsgebruik.
Ik besluit het er maar bij te laten. 'Ik ga slapen. En ik verwacht je niet bij me in bed.' Ik wil hem duidelijk laten merken hoe ik denk over zijn geruzie en drugsgebruik.
Zo goed als de katten het met elkaar kunnen vinden, zo slecht gaat het nu tussen Joe en mij. We hebben al dagen niet met elkaar gepraat en Joe slaapt elke nacht op de bank. Ik mis hem, en ik maak me zorgen.
Op een dag sta ik 's ochtends te ontbijtborden af te wassen als hij naar me toe komt. 'Emily, kunnen we even praten?' Ik was het bord waar ik nu mee bezig ben eerst zorgvuldig af voor ik me omdraai.
'Zeg het maar.'
'Zeg het maar.'
'Ik wil zeggen dat het me spijt. Van laatst. De ruzie, en... de drugs... dat was maar één keer. Ik was zo van streek door die avond dat ik een terugval had. Maar dat gaat nooit meer gebeuren. En ik wil zeggen... dat ik er klaar voor ben om vader te worden. Ik wil het kind houden.'
Ik kijk hem aan. 'Ja, als je dat niet zou willen, zou het toch al te laat zijn. Dus je hebt weinig keuze.' Ik weet dat ik niet aardig ben, maar moet ik hem helemaal geloven?'
Ik kijk hem aan. 'Ja, als je dat niet zou willen, zou het toch al te laat zijn. Dus je hebt weinig keuze.' Ik weet dat ik niet aardig ben, maar moet ik hem helemaal geloven?'
Hij ziet mijn blik en smeekt me hem te geloven. 'Alsjeblieft, ik meen het. Ik heb veel nagedacht en ik wil mezelf echt verbeteren. Kan je me vergeven?' Ik twijfel nog een beetje. Ik word gek van zijn stemmingswisselingen. De ene keer is hij zo boos en begrijp ik hem niet, maar dan is hij weer zo begripvol en lief, zoals nu. Ik zucht. 'Oké dan. Ik kan je hulp goed gebruiken met de zwangerschap enzo.' Hij grijnst en ik kan het niet helpen, maar ik moet ook lachen. Dan trekt hij me naar zich toe en zoent me.
Alles is weer goed tussen Joe en mij, en dat ik maar goed ook, want ik had dit niet in mijn eentje gekund. Joe wordt steeds enthousiaster over het feit dat hij binnenkort vader wordt, en kan haast nog minder wachten op de dag dat het kindje er is dan is. Ik vind het raar dat hij zo van gedachten is veranderd, maar zeker niet erg.
Intussen is gebleken dat ons gezin niet alleen zal worden uitgebreid door het kindje in mijn buik, maar dat Hazel ook kittens verwacht. Ze heeft oude kranten en lappen naar een hoekje van onze slaapkamer gesleept en het duurt niet lang of ons gezin is een paar kittens rijker. Ze zijn zo schattig met hun kroelende pootjes en staartjes.
Op een nacht word ik midden in de nacht wakker met krampen in mijn buik. Ik weet dat het moment is aangebroken en zenuwachtig maak ik Joe wakker. 'Joe! Joe, het is zover!' Eerst gromt hij wat en slaapt half verder, maar dan dringt het tot hem door en zit hij meteen rechtop in bed. 'Ik breng je naar het ziekenhuis,' zegt hij terwijl hij uit bed springt en in zijn kleren schiet. Ik doe hetzelfde en volg hem naar de auto.
De bevalling gaat verrassend snel, en na wat controles en uitrusten mogen we naar huis. Thuis leg ik onze gezonde zoon in zijn wieg. 'Welkom, kleine Danny,' fluister ik.