Hoofdstuk 4: deel 1
'Wauw, dit is niet niks,' zeg ik behoorlijk onder de indruk. Voor ons rijst een prachtige bungalow op uit het zand. Maar zo'n drie à vier meter van het huis af slaan de kalme golfjes van de tropische zee al tegen het strand. De turquoise gordijnen van het huis wapperen zachtjes door het koele briesje.
Snel pak ik Sams hand en sleur hem mee naar binnen. Ik kan niet wachten om de rest van het huis te zien.
'Ooooh, kijk nou toch,' zucht ik als we op de veranda die bij de slaapkamer hoort, staan. 'Zo vanuit de slaapkamer heb je een perfect uitzicht op zee!'
'Ooooh, kijk nou toch,' zucht ik als we op de veranda die bij de slaapkamer hoort, staan. 'Zo vanuit de slaapkamer heb je een perfect uitzicht op zee!'
Ik draai me om naar Sam, die achter me staat te grijnzen. 'Zitten we hier echt de komende drie weken?' vraag ik voor de zoveelste keer. Het is een vraag waar ik geen antwoord op verwacht; natuurlijk wist ik al lang dat we op huwelijksreis naar Coconut Island zouden gaan, maar ik had me nooit zoiets voorgesteld.
Sam pakt me stevig vast. 'Ja, hier wonen we de komende weken. Wij met z'n tweeën.'
Sam pakt me stevig vast. 'Ja, hier wonen we de komende weken. Wij met z'n tweeën.'
Hij buigt zich naar me toe. 'En wat dacht je er van als we onze huwelijksreis eens feestelijk gingen... inwijden?' Hij knipoogt. Ik giechel als een tienermeisje en laat me door hem meenemen naar het brede tweepersoonsbed. En in plaats van dat we onze koffers uitpakken of naar het kleine supermarktje gaan om eten te kopen, ploffen we neer op bed en komen er niet meer uit.
Wat is er nou heerlijker dan wakker worden door de zonnestralen op je gezicht en het ruisen van kleine golfjes die op het strand slaan, terwijl je droomman naast je ligt? Niks.
Ik wrijf de slaap uit mijn ogen en kijk op de wekker naast me. Negen uur 's ochtends. Een mooie tijd om op te staan. Het is zonde om op zo'n mooie plek als dit de dag te verspillen door te slapen.
Ik wrijf de slaap uit mijn ogen en kijk op de wekker naast me. Negen uur 's ochtends. Een mooie tijd om op te staan. Het is zonde om op zo'n mooie plek als dit de dag te verspillen door te slapen.
Als ik naast me kijk, zie ik dat Sam al uit bed is. Een heerlijke geur van versgebakken wafels komt me tegemoet. Ik volg mijn neus en kom uit bij de keuken, waar Sam druk in de weer is met pannen en beslag. Als hij me ziet, glimlacht hij. 'Lekker geslapen?' grijnst hij. 'Nauwelijks,' grijns ik terug. 'Ik kwam niet aan slapen toe dankzij jou.' Maar ik maak een grapje, eigenlijk ben ik helemaal uitgeslapen en vol energie.
Terwijl we onze knorrende magen een plezier doen met de wafels, hebben we het erover wat we vandaag gaan doen. Sam heeft wel zin in iets actiefs, maar ik heb zin om eerst nog even rustig aan te doen.
Dan verslik ik me en moet ik hoesten. 'Gaat het wel?' vraagt Sam bezorgd.
Dan verslik ik me en moet ik hoesten. 'Gaat het wel?' vraagt Sam bezorgd.
'Jawel hoor, ik had wat last van maagzuur. Dat is heel normaal tijdens de zwangerschap, hoor,' stel ik hem gerust. 'Hmm, oké,' zegt Sam. 'Maar misschien kunnen we het vandaag maar beter een beetje rustig aan doen. Ik ga wel boodschappen doen, dan kan jij rustig aan het strand gaan liggen of zo,' stelt hij voor.
Deel 2
Heerlijk, die rust. Er even helemaal uit zijn en niks anders om je druk over te maken dan elkaar en dat je niet verbrand. En natuurlijk het kleine wezentje in mijn buik. Maar dat is alleen maar iets leuks.
Over verbranden gesproken... de hotdogs die Sam aan het grillen is, lijken me niet echt lekker meer. Ze zijn zwart en er komt rook vanaf.
Over verbranden gesproken... de hotdogs die Sam aan het grillen is, lijken me niet echt lekker meer. Ze zijn zwart en er komt rook vanaf.
Sam legt de hotdogs op een bord en probeert er eentje. Hij trekt een vies gezicht. 'Gadver,' zegt hij.
'Zal ik ze maar weggooien?' bied ik aan. Sam knikt. 'Ja, dit was een beetje een mislukte poging om een fatsoenlijke lunch te maken,' zegt hij triest.
'Laat voortaan het koken maar weer aan mij over,' lach ik. 'Ga jij nou maar zwemmen, dan gooi ik dit weg. We bestellen wel wat aan de bar.'
'Zal ik ze maar weggooien?' bied ik aan. Sam knikt. 'Ja, dit was een beetje een mislukte poging om een fatsoenlijke lunch te maken,' zegt hij triest.
'Laat voortaan het koken maar weer aan mij over,' lach ik. 'Ga jij nou maar zwemmen, dan gooi ik dit weg. We bestellen wel wat aan de bar.'
Even later zijn we zo druk bezig in de hottub bij de bar, dat we niet merken dat de barbediende ongeduldig op ons staat te wachten. 'Sir, madam, your meal is ready,' zegt hij geïrriteerd. Een beetje beschaamd laten Sam en ik elkaar snel weer los en hijsen we ons uit het warme water om te gaan lunchen.
Als we eindelijk klaar zijn trekt Sam me mee naar het zwembad. 'Kom op, een beetje verkoeling zoeken,' zegt hij en hij duikt meteen het water in. Als hij boven komt sta ik nog steeds aan de kant. 'Kom je?' roept hij, maar ik schud mijn hoofd. 'Nee, ik heb niet zo'n zin om te zwemmen. Ik ga naar de bar, even iets te drinken halen. Maar ga jij maar gerust zwemmen, hoor!'
Op mijn gemak loop ik naar de bar. De zon gaat al onder en kleurt de lucht en de zee oranje, rood en roze tegelijk. Het is een prachtig gezicht.
'Een fruitcocktail voor mij, graag,' zeg ik tegen de barkeeper. 'Maar absoluut zonder alcohol, ik ben zwanger, ziet u wel,' zeg ik.
De barkeeper kijkt verveeld. 'Wat u wilt, mevrouw,' zegt hij en hij gaat aan de slag met mijn drankje. Nou zeg, wat een chagrijn, denk ik. Maar ik laat mijn goede humeur niet door hem verpesten. Waarom zou ik? Het is maar een barkeeper die mijn drankje maakt.
De barkeeper kijkt verveeld. 'Wat u wilt, mevrouw,' zegt hij en hij gaat aan de slag met mijn drankje. Nou zeg, wat een chagrijn, denk ik. Maar ik laat mijn goede humeur niet door hem verpesten. Waarom zou ik? Het is maar een barkeeper die mijn drankje maakt.
Even later zit ik mijn drankje van exotisch fruit te drinken. Het is inmiddels donker geworden.
'Bonjour, mademoisselle. Of moet ik nu 'madame' zeggen?' klinkt het opeens naast me.
Ik draai me om naar de man die naast me is gaan zitten. 'Wat moet jij hier?' breng ik vol walging uit.
'Bonjour, mademoisselle. Of moet ik nu 'madame' zeggen?' klinkt het opeens naast me.
Ik draai me om naar de man die naast me is gaan zitten. 'Wat moet jij hier?' breng ik vol walging uit.
Deel 3
'Ja, ik ben het,' zegt Jean-Marc met een lachje. Ik kan die grijns wel van zijn kop slaan. 'Wat móét je hier,' herhaal ik met mijn kaken op elkaar geklemd.
'Jou zien,' antwoordt hij doodleuk.
'Ik had gezegd dat ik je nooit meer wilde zien,' zeg ik boos. 'En zeker niet hier. Ik ben hier met Sam, sámen. Dus rot op, nu.'
'Jou zien,' antwoordt hij doodleuk.
'Ik had gezegd dat ik je nooit meer wilde zien,' zeg ik boos. 'En zeker niet hier. Ik ben hier met Sam, sámen. Dus rot op, nu.'
'Doe nou niet zo onaardig. Ik ben hier voor jou, ma belle,' zegt hij. 'Ik weet dat jij mij ook wil. Net zo graag als ik jou wil.'
Ik schud mijn hoofd en kijk de andere kant op, zonder te reageren.
'Ik hoorde je trouwens zeggen dat je zwanger bent. Is het... van mij?' gaat hij hoopvol door.
Nu kijk ik hem wel aan. 'Nee. Dit kindje is van Sam en mij. Jij hebt er niks mee te maken, godzijdank.'
Ik schud mijn hoofd en kijk de andere kant op, zonder te reageren.
'Ik hoorde je trouwens zeggen dat je zwanger bent. Is het... van mij?' gaat hij hoopvol door.
Nu kijk ik hem wel aan. 'Nee. Dit kindje is van Sam en mij. Jij hebt er niks mee te maken, godzijdank.'
'Maar je moet me één ding vertellen. Hoe wist je dat we hier waren, en uitgerekend dit moment?' zeg ik.
'Advertenties in de krant, ma chérie,' zegt hij. 'En het was niet moeilijk te raden waar jullie naartoe zouden gaan. Je had me in Frankrijk al verteld dat je hier altijd al eens naartoe wilde.'
Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan. Waarom had ik dat gezegd? Maar aan de andere kant, toen wist ik nog niet dat hij zo'n creep is...
'Advertenties in de krant, ma chérie,' zegt hij. 'En het was niet moeilijk te raden waar jullie naartoe zouden gaan. Je had me in Frankrijk al verteld dat je hier altijd al eens naartoe wilde.'
Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan. Waarom had ik dat gezegd? Maar aan de andere kant, toen wist ik nog niet dat hij zo'n creep is...
Ik zucht. Wat moet ik nu met hem beginnen? Ik wil hem absoluut niet meer tegen komen, nooit meer.
'Goed,' begin ik. 'Jij bent hier nu dus ook. Jij hebt ook recht op vakantie. Maar ik wil je hier absoluut niet tegenkomen. Nooit meer. Dat heb ik al eens gezegd, maar het is blijkbaar niet tot je doorgedrongen. Ik. Wil. Je. Nooit. Meer. Zien.'
'Goed,' begin ik. 'Jij bent hier nu dus ook. Jij hebt ook recht op vakantie. Maar ik wil je hier absoluut niet tegenkomen. Nooit meer. Dat heb ik al eens gezegd, maar het is blijkbaar niet tot je doorgedrongen. Ik. Wil. Je. Nooit. Meer. Zien.'
'Hmm, maar wat zou Sam ervan vinden als hij hoort van ons avontuurtje in Frankrijk? Ik denk niet dat hij dat leuk zal vinden,' zegt Jean-Marc met een geniepig lachje. 'Dan zal je wel naar me terugkomen.'
Shit. Daar had ik nog niet aan gedacht. Ik probeer mijn trillende handen te verbergen door snel mijn glas op te maken en leeg te drinken. 'Wat je ook doet, Sam zal je toch niet geloven. Hij houdt van me en hij vertrouwt me. Reken daar maar op,' zeg ik.
Shit. Daar had ik nog niet aan gedacht. Ik probeer mijn trillende handen te verbergen door snel mijn glas op te maken en leeg te drinken. 'Wat je ook doet, Sam zal je toch niet geloven. Hij houdt van me en hij vertrouwt me. Reken daar maar op,' zeg ik.
Deel 4
Ik pak mijn kleren van de ligstoel bij het zwembad en ga meteen naar ons vakantiehuis. Ik loop met een omweg en kijk telkens achterom of ik die griezel ergens zie, maar ik zie hem nergens. Gelukkig, hij volgt me dus niet.
'Hé lieverd, ben je daar eindelijk,' zegt Sam blij als hij opkijkt van zijn krant en me ziet. 'Ja, sorry dat het zo lang duurde,' antwoord ik. 'Maar... ik werd opgehouden, eh... en ik moest mijn drankje nog opdrinken.'
'Hé lieverd, ben je daar eindelijk,' zegt Sam blij als hij opkijkt van zijn krant en me ziet. 'Ja, sorry dat het zo lang duurde,' antwoord ik. 'Maar... ik werd opgehouden, eh... en ik moest mijn drankje nog opdrinken.'
Ik pak een stoel en schuif hem naar achteren. Ik twijfel. Zal ik het Sam vertellen van Jean-Marc en mij? Maar de kan is groot dat hij dan woedend wordt, en dat wil ik absoluut niet. Daarom besluit ik iets anders.
Opeens draai ik me om. Sam kijkt op van zijn krant door mijn snelle beweging. 'Is er iets?' vraagt hij bezorgd en hij legt de krant weg.
'Ik... ik dacht dat ik iets hoorde...' zeg ik. 'Daar!' Ik slaak een gil. 'Daar loopt iemand!' Sam tuurt naar buiten. 'Was dat niet gewoon een waaiende palmtak?' vraagt hij. 'Waarom zou daar iemand lopen? Kathy, is er iets?'
'Ik... ik dacht dat ik iets hoorde...' zeg ik. 'Daar!' Ik slaak een gil. 'Daar loopt iemand!' Sam tuurt naar buiten. 'Was dat niet gewoon een waaiende palmtak?' vraagt hij. 'Waarom zou daar iemand lopen? Kathy, is er iets?'
'Sorry,' zeg ik. 'Het spijt me, ik had het je al veel eerder moeten zeggen...'
'Wat had je moeten zeggen?' vraagt Sam ongerust. 'Kathy, wat is er?' zegt hij dringend.
Ik slaak een zucht. 'Kijk... het zit zo. Het is namelijk zo dat... ik heb een stalker.'
'Wat had je moeten zeggen?' vraagt Sam ongerust. 'Kathy, wat is er?' zegt hij dringend.
Ik slaak een zucht. 'Kijk... het zit zo. Het is namelijk zo dat... ik heb een stalker.'
'Een... een stalker?' zegt Sam verbijsterd. 'Wat... hoe lang al?'
'Sinds ik in Frankrijk ben geweest. het is een Fransman, ik heb hem daar ontmoet. Eerst leek hij... hij leek zo aardig, in het begin. Maar hij wilde... meer. Hij wilde me zoenen, hij wilde met me naar bed. Maar dat wilde ik niet. Ik zei dat ik alleen vrienden wilde zijn, maar hij begon me te zoenen en te strelen. Toen ik hem van me af duwde en zei dat ik hem nooit meer wilde zien, schold hij me uit, maar hij ging wel weg.'
'Sinds ik in Frankrijk ben geweest. het is een Fransman, ik heb hem daar ontmoet. Eerst leek hij... hij leek zo aardig, in het begin. Maar hij wilde... meer. Hij wilde me zoenen, hij wilde met me naar bed. Maar dat wilde ik niet. Ik zei dat ik alleen vrienden wilde zijn, maar hij begon me te zoenen en te strelen. Toen ik hem van me af duwde en zei dat ik hem nooit meer wilde zien, schold hij me uit, maar hij ging wel weg.'
'Ik dacht,' ga ik verder, 'ik dacht dat ik van hem af was. Maar dat is dus niet zo. Want net, toen ik aan de bar zat en jij al naar huis was, toen was hij daar. En hij ging naast me zitten en begon tegen me te praten en zo. Hij deed niks gewelddadigs of zo... maar gewoon het feit dat hij hier is, vind ik zo eng. Het kan geen toeval zijn.'
Ik knipper met mijn ogen en ik weet een traan tevoorschijn te toveren. Hij rolt over mijn wang naar beneden.
'Ik wil onze vakantie er absoluut niet door verpesten, maar ik vind het geen fijn idee dat hij hier is.'
'Ik wil onze vakantie er absoluut niet door verpesten, maar ik vind het geen fijn idee dat hij hier is.'
'Nee, natuurlijk niet. Maar maak je geen zorgen; zolang ik er ben, zal ik ervoor zorgen dat hij je met geen vinger aanraakt! Als ik hem te pakken krijg, is hij nog lang niet jarig.'
'Dankjewel,' zeg ik en ik lach door mijn tranen heen. Mijn neptranen. 'Echt, als ik jou toch niet had...' ik sta op en kus hem met al de liefde die ik voor hem voel. Maar ondertussen zeurt er een stemmetje in mijn achterhoofd, een stemmetje dat zegt dat ik hem de waarheid moet zeggen. Maar ik negeer het, ik duw het weg, en Sam en ik gaan helemaal in elkaar op.
De rest van de vakantie is geweldig. Sinds Sam weet van mijn 'stalker', lijkt hij wel of hij nog liever doet. Onze dagen samen vliegen voorbij, en ik vind het erg jammer als we weer naar huis moeten. Maar aan de andere kant; we hebben hier een geweldige tijd gehad, en wie zegt dat we hier nooit terugkomen?