Hoofdstuk 6: deel 1
Er zijn inmiddels weer een paar maanden verder. Ik probeer zo min mogelijk te denken aan wat er is gebeurd met Jean-Marc. Het gaat nu goed met mij, en met de baby, en dat is het belangrijkste.
Maar Sam maakt zich nog wel zorgen over me, ook al zei de dokter dat ik niks mankeerde en kerngezond ben. Hij is bang dat Jean-Marc terugkomt en het nog een keer probeert. 'Maar hoe zou dat kunnen?' zeg ik als hij er soms over begint, of als ik zie dat het hem dwars zit. 'Hij zit in de gevangenis voor een paar jaar. Daar kan hij echt niet uit ontsnappen. Niet bang zijn, want dat ben ik zelf ook niet. Dus waarom jij wel? De politie houdt hem heel goed in de gaten.' En dan ontspant Sam zich weer.
Maar wat me wel irriteert, is dat hij absoluut niet wil dat ik in de tuin werk. 'Jij moet rust houden. De baby komt bijna, dan kan je weer in de tuin werken,' zegt hij. 'Ik doe het zware werk wel voor je.' Maar het maakt mij niks uit dat het zwaar werk is. Ik hou van mijn tuin, en die moet ik goed verzorgen. Daarom sta ik nu de appels van één van mijn appelbomen te plukken. Ik neem een hap van een prachtig rood exemplaar; mmm, heerlijk zoet en niet te hard. Perfect!
Maar als ik mijn paprikaplant sta te wieden, komt Sam aanlopen en betrapt me op heterdaad. 'Wat hadden we nou afgesproken?' zegt hij, zogenaamd boos en hij loopt naar me toe. 'Sorry,' zeg. 'Ik kon me gewoon niet inhouden. Ik kan gewoon niet de hele dag stilzitten. Al moet ik zeggen dat het tuinieren wel steeds lastiger wordt. Kun je me vergeven?' zeg ik met grote puppy-ogen.
'Hmm, daar moet ik eens héél hard over nadenken,' zegt Sam. Ik moet lachen.
'En kom nu maar eens hier,' zegt Sam, ook lachend. 'Ik wil wel eens weten hoe het met de kleine is,' en hij legt zijn handen op mijn buik.
'Het gaat niet lang meer duren,' zeg ik.
'En kom nu maar eens hier,' zegt Sam, ook lachend. 'Ik wil wel eens weten hoe het met de kleine is,' en hij legt zijn handen op mijn buik.
'Het gaat niet lang meer duren,' zeg ik.
En ik krijg gelijk. Die avond breken mijn vliezen, en de weeën beginnen. Het is een afschuwelijke pijn, dus Sam brengt me naar het ziekenhuis. Daar krijg ik een ruggenprik en dat verzacht de pijn gelukkig.
Na twaalf uur is Jay Smith geboren. Ik ben uitgeput van de bevalling, maar Jay houdt gelukkig rekening met me. Hij slaapt bijna de hele nacht door, en vraagt meestal alleen overdag om aandacht. Ik ben helemaal gelukkig, want ik heb ook wel eens andere verhalen gehoord over baby's.
Nog steeds kan ik mijn ogen niet afhouden van mijn kleine knul. Dat Sam en ik gewoon zoiets moois, een echt kindje, hebben gemaakt, is zo'n raar idee. Maar toch is het zo. Het is ons kleine knulletje.
Nog steeds kan ik mijn ogen niet afhouden van mijn kleine knul. Dat Sam en ik gewoon zoiets moois, een echt kindje, hebben gemaakt, is zo'n raar idee. Maar toch is het zo. Het is ons kleine knulletje.
Deel 2
Het is Jay's verjaardag. Het lijkt wel of de tijd is opeens veel sneller is gegaan dan normaal.
Sam heeft een geweldige over-the-top taart met blauw glazuur gekocht voor Jay's verjaardag. Midden in de taart is één kaarsje geprikt die ik uitblaas voor Jay, omdat hij dat zelf natuurlijk nog niet kan.
Sam heeft een geweldige over-the-top taart met blauw glazuur gekocht voor Jay's verjaardag. Midden in de taart is één kaarsje geprikt die ik uitblaas voor Jay, omdat hij dat zelf natuurlijk nog niet kan.
Even later groeit mijn kleine knulletje op tot een prachtig jongetje met blond haar. Hij heeft groene ogen, maar niet zo donkergroen als die van mij. Het zijn Sam's ogen.
Vrolijk kirrend zit hij op de grond, te wachten tot ik hem oppak en kleine stukjes taart voer. Hij vindt het geweldig en kraait van plezier.
Vrolijk kirrend zit hij op de grond, te wachten tot ik hem oppak en kleine stukjes taart voer. Hij vindt het geweldig en kraait van plezier.
Maar nu Jay ouder is, is het ook tijd voor andere verplichtingen. Hij is nu groot genoeg om dingen te leren, en nu ik nog steeds zwangerschapsverlof heb, heb ik mooi de tijd om hem zindelijk te maken en te leren lopen. Eerst stribbelt hij tegen. 'Niet pô! Niet pô!' schreeuwt hij steeds, zodra ik probeer hem op het potje te zetten. In zijn woordenboek betekent 'Niet pô' zoiets als 'Ik wil niet op het potje'.
Maar daarna lukt het me eindelijk om het te laten zien op het mini-wc'tje. 'Goed zo!' zeg ik steeds, om hem duidelijk te maken dat hij het goed doet. 'En nu blijven zitten tot je klaar bent.' Eindelijk doet hij braaf wat ik zeg, en ik knuffel hem helemaal plat als hij klaar is. De eerste stap in de richting van zindelijkheid is gezet. En zindelijkheid betekent: geen vieze poepluiers meer!
Sam doet ook erg zijn best met de opvoeding van Jay. Hij probeert hem steeds woordjes bij te leren. 'Zeg me maar na. Vlin-der,' en hij wijst naar het diertje dat net voorbij komt fladderen. 'Findur!' zegt Jay blij. 'Neehee,' lacht Sam. 'Het is vlinder. Vlin-der!'
'Findur!' zegt Jay weer, en hij giert het uit van pret als de vlinder vlak langs hem fladdert. 'Ik geef het op,' lacht Sam.
'Findur!' zegt Jay weer, en hij giert het uit van pret als de vlinder vlak langs hem fladdert. 'Ik geef het op,' lacht Sam.
Die middag heb ik afgesproken met Amélie. Amélie is een intussen een goede vriendin van me geworden. We hebben elkaar leren kennen via de crèche, waar onze kinderen allebei naartoe gaan.
'Lieffie!' zegt ze vrolijk als ze me ziet en ze geeft me een dikke knuffel. 'Je gelooft niet wat ik vandaag gehoord heb over de familie Andrews! Ze zeggen dat... Hé, heb je iets met je gezicht gedaan?' ze verandert halverwege haar zin van onderwerp. 'Je ziet er anders uit, voller. Ik weet niet wat, maar... toch geen botox, hè?' zegt ze afkeurend.
'Lieffie!' zegt ze vrolijk als ze me ziet en ze geeft me een dikke knuffel. 'Je gelooft niet wat ik vandaag gehoord heb over de familie Andrews! Ze zeggen dat... Hé, heb je iets met je gezicht gedaan?' ze verandert halverwege haar zin van onderwerp. 'Je ziet er anders uit, voller. Ik weet niet wat, maar... toch geen botox, hè?' zegt ze afkeurend.
'Natuurlijk niet,' lach ik. 'Kan je het niet zien? Kijk eens naar mijn buik.'
'Ik... O mijn gód, je bent zwanger!' gilt ze en ze geeft me weer een knuffel. 'Gefeliciteerd zeg! O, ik wil ook zó graag nog een kindje. Maar James, hè, die wil dat niet.' We gaan zitten op een bankje. James is Amélie's man. Ze probeert hem telkens over te halen om nog een tweede kindje te nemen, maar hij wil het niet. 'Ach, ik weet zeker dat je hem wel kan overhalen-' begin ik, maar ze onderbreekt me.
'Nee, er valt echt niet met hem te praten,' zucht ze. 'Hij vind één kind al bijna te veel.'
'Ik... O mijn gód, je bent zwanger!' gilt ze en ze geeft me weer een knuffel. 'Gefeliciteerd zeg! O, ik wil ook zó graag nog een kindje. Maar James, hè, die wil dat niet.' We gaan zitten op een bankje. James is Amélie's man. Ze probeert hem telkens over te halen om nog een tweede kindje te nemen, maar hij wil het niet. 'Ach, ik weet zeker dat je hem wel kan overhalen-' begin ik, maar ze onderbreekt me.
'Nee, er valt echt niet met hem te praten,' zucht ze. 'Hij vind één kind al bijna te veel.'
'Maar Lily is zo'n schatje!' zeg ik geschokt. 'Weetje wat, anders pak je het gewoon anders aan. Je maakt het erg gezellig thuis, romantisch dinertje bij kaarslicht, Lily logeert bij ons, je geeft hem íéts te veel wijn en maakt er een héél gezellige nacht van.' Ik geef haar een knipoog. 'Misschien lukt het dan wel.'
Amélie grijnst. 'Ik zal het eens proberen,' zegt ze. 'Niet geschoten is altijd mis, zal ik maar zeggen,' giechelt ze en ik doe vrolijk mee. Ze neemt Jay van me over. 'Kom op, kleine man, dan gaan we naar Lily toe!' We staan op en lopen richting Amélie's huis.
Amélie grijnst. 'Ik zal het eens proberen,' zegt ze. 'Niet geschoten is altijd mis, zal ik maar zeggen,' giechelt ze en ik doe vrolijk mee. Ze neemt Jay van me over. 'Kom op, kleine man, dan gaan we naar Lily toe!' We staan op en lopen richting Amélie's huis.
's Avonds zitten we bij Amélie aan tafel, als ze begint over ons toe-komstige kindje. 'Kathy en Sam krijgen nog een kindje!' zegt ze blij. 'Geweldig, hè James?' Hij geeft geen antwoord en bromt iets onverstaanbaars, verdiept in zijn boek. 'Zou het niet fantastisch zijn als wij ook nog een kindje kregen?' gaat ze hoopvol verder. James klapt zijn boek abrupt dicht. 'Hier hebben we het al zo vaak over gehad,' zegt hij geïrriteerd. 'Nee is nee, en daarmee uit.' Hij staat zonder iets te zeggen op en stampt de trap op.
Intussen hebben Jay en Lily de grootste lol samen. Ze doen een spelletje dat ze samen bedacht hebben. Amélie en ik noemen het het 'Trek-een-maf-gezicht-en-barst-in-lachen-uit-spel', of kortweg 'maf-gezichtje-spelen'.
Zo te zien is Jay aan de beurt. Hij doet zijn mond wijd open en Lily rolt bijna over de grond van de pret. 'Die kinderen toch,' zucht Amélie verlangend. 'Konden James en ik heb nog maar zo goed met elkaar vinden. Maar de laatste tijd doet hij alleen nog maar kortaf en chagrijnig tegen me.'
Zo te zien is Jay aan de beurt. Hij doet zijn mond wijd open en Lily rolt bijna over de grond van de pret. 'Die kinderen toch,' zucht Amélie verlangend. 'Konden James en ik heb nog maar zo goed met elkaar vinden. Maar de laatste tijd doet hij alleen nog maar kortaf en chagrijnig tegen me.'
'Niets van aan trekken,' zeg ik sussend, terwijl we kijken hoe onze kinderen naar Lily's poppenhuis kruipen en beginnen met een spelletje 'vadertje-moedertje'. 'Hij zal het wel druk hebben met zijn werk of zo. Daar worden mannen nu eenmaal chagrijnig van.'
'Ik hoop dat je gelijk hebt,' zucht ze. 'Want ik vraag me af of het normaal is dat je man uren en uren van huis is, terwijl zijn werkuren allang voorbij zijn...'
'Ik hoop dat je gelijk hebt,' zucht ze. 'Want ik vraag me af of het normaal is dat je man uren en uren van huis is, terwijl zijn werkuren allang voorbij zijn...'
Deel 3
Mijn zwangerschap vordert snel, en eindelijk begint mijn buik dikker te worden. Normaal begin je het te zien vanaf de derde maand, maar ik zit ondertussen al bijna halverwege mijn vierde. Ik maakte me al een beetje zorgen of alles wel goed gaat, maar volgens mijn gynaecoloog was alles gewoon in orde.
Dus focus ik me, zoals gewoonlijk, op de tuin. Mijn plantjes groeien als kool.
Dus focus ik me, zoals gewoonlijk, op de tuin. Mijn plantjes groeien als kool.
Net als Jay trouwens. Sam doet nog steeds pogingen hem te leren praten, en eindelijk met succes.
'Boerderij,' zegt Sam. 'Zeg me maar na. Boer-de-rij.' Jay kijkt hem gefascineerd aan. 'Boeldlij!' roept hij enthousiast. Sam schudt alweer zijn hoofd, maar dan roept Jay opeens met ondeugende glimoogjes: 'Boerderij!'
'Goedzo, kleine knul van me! Je kan het wel!' zegt Sam opgetogen. 'Je doet maar alsof, hè, je kan het heus wel,' lacht hij.
'Boerderij,' zegt Sam. 'Zeg me maar na. Boer-de-rij.' Jay kijkt hem gefascineerd aan. 'Boeldlij!' roept hij enthousiast. Sam schudt alweer zijn hoofd, maar dan roept Jay opeens met ondeugende glimoogjes: 'Boerderij!'
'Goedzo, kleine knul van me! Je kan het wel!' zegt Sam opgetogen. 'Je doet maar alsof, hè, je kan het heus wel,' lacht hij.
'Slaap lekker, knulletje van me,' fluister ik op een avond, als ik Jay in bed leg. 'Knul' of 'knulletje' is tegenwoordig zijn bijnaam. Ik stop hem stevig in. Hij kraait blij als ik hem een kus geef, maar zijn gezichtje betrekt als ik me omdraai en naar de deur loop. 'Nie weggaa mama,' zegt hij. Ik moet lachen om zijn ongelukkige gezichtje en zeg: 'Maar knul, het is al laat voor jou. Je moet echt gaan slapen.' Nog even kijkt hij me smekend aan, maar dan gaat hij braaf liggen, sluit zijn oogjes en valt als een blok in slaap.
Als ik naar beneden loop kreun ik en kraak ik mijn rug. De baby mag wat mij betreft wel eens komen, zwanger zijn vind ik niet het prettigste wat er is. Helaas duurt het nog een paar weken voor ik uitgerekend ben.
'Kom eens hier,' zegt Sam als hij binnenkomt. Hij legt zijn handen op mijn buik, om te voelen of de baby slaapt of misschien wakker is. 'Zo hé, je lijkt wel een olifant, met die buik!'
'En bedankt,' lach ik. 'Je zou wel anders piepen als jij zo'n buik had.'
'Dat kan nog komen,' lacht hij. 'Als we oud zijn en ik een gigantische bierbuik heb.'
'En bedankt,' lach ik. 'Je zou wel anders piepen als jij zo'n buik had.'
'Dat kan nog komen,' lacht hij. 'Als we oud zijn en ik een gigantische bierbuik heb.'
Hij legt liefdevol zijn armen om me heen en trekt me naar zich toe voor een kus. 'Ik heb een idee,' zegt hij. 'Waarom gaan we niet even naar die Tweedehands-winkel? Misschien hebben ze wel wat dingen voor de babykamer, of babykleertjes bijvoorbeeld. Het is toch koopavond, Jay ligt al te slapen, die merkt het niet als we even een uurtje weg zijn. Wat vind je ervan?' Ik hoef niet lang na te denken. 'Geweldig idee! Misschien hebben ze inderdaad wel lieve babykleertjes.'
En inderdaad, ik kan mijn plezier niet op met alle leuke mini-kleertjes die hier zijn. Waarom we hier nooit eerder zijn geweest, is mij een raadsel. Opgetogen snuffel ik tussen de kledingrekken, op planken met spulletjes en speelgoed, en tussen oude meubels die nog in prima staat zijn.
Het enige wat mijn plezier verstoort, is de zeurende buikpijn die ik al een tijdje voel. Is dit wel normale buikpijn? Hij wordt steeds erger, totdat hij op een gegeven moment overgaat in scherpe steken. Opeens besef ik wat dit is.
'Sam?' roep ik door de winkel heen. Sommige mensen kijken een beetje geïrriteerd op. 'Nu even niet liefje, ik probeer af te dingen,' roept hij terug. 'Ik bied 20. Maximaal.'
'Haha, dat meent u toch niet?' lacht de cassière. 'Dit prachtige bedje is minstens 60 waard!'
'Nou, goed dan. 30. Maar dit is mijn laatste bod.'
'Sam!' gil ik. 'Je moet nu echt kappen met wat je aan het doen bent en me NU komen helpen!'
'Haha, dat meent u toch niet?' lacht de cassière. 'Dit prachtige bedje is minstens 60 waard!'
'Nou, goed dan. 30. Maar dit is mijn laatste bod.'
'Sam!' gil ik. 'Je moet nu echt kappen met wat je aan het doen bent en me NU komen helpen!'
Eindelijk draait hij zich om. 'Wat is er nou?' zegt hij een beetje geïrriteerd. 'Ik had haar bijna overtuigd.'
'Wat boeit dat stomme kastje, zie je dan niet dat de bevalling is begonnen? Mijn vliezen zijn gebroken!' De uitdrukking op zijn gezicht wordt anders, vastberaden. Hij snelt naar me toe. 'Rustig maar, het duurt nog minstens een paar uur voordat de baby er is. Ik breng je nu naar het ziekenhuis.'
'Wat boeit dat stomme kastje, zie je dan niet dat de bevalling is begonnen? Mijn vliezen zijn gebroken!' De uitdrukking op zijn gezicht wordt anders, vastberaden. Hij snelt naar me toe. 'Rustig maar, het duurt nog minstens een paar uur voordat de baby er is. Ik breng je nu naar het ziekenhuis.'
Hij legt een geruststellende arm op mijn rug en loodst me mee naar buiten, naar onze auto. Ik weet dat hij gelijk heeft, maar dit is veel te vroeg! Ik ben pas over een paar weken uitgerekend. Kan dit wel goed zijn?
'En wie mag het allemaal weer opruimen?' zucht de cassière chagrijnig als we weg zijn. 'Juist, ik dus.'
'En wie mag het allemaal weer opruimen?' zucht de cassière chagrijnig als we weg zijn. 'Juist, ik dus.'
Zenuwachtig en met mijn handen krampachtig over mijn buik gevouwen, lopen we het ziekenhuis in. Om de zoveel tijd moet ik heel even stil blijven staan, als er weer een wee is. We lopen met een dokter mee naar de kraamafdeling en ik vertrouw volledig op hem dat alles goed gaat komen.
Na een paar lange en zware uren is eindelijk onze dochter Cleo geboren.
Na een paar lange en zware uren is eindelijk onze dochter Cleo geboren.