Hoofdstuk 4
Met mijn hoofd in mijn armen zit ik op de stoel in de babykamer. Ik kan amper naar de twee kleine meisjes met hun friemelende armpjes met miniscule handjes en vingertjes kijken. Dankzij hen is Nicole er nu niet meer. Ik kan mezelf niet tegenhouden hun de schuld te geven van haar dood. ze had bij de bevalling te veel bloed verloren en heeft het niet gered...
'Kom op broer, je moet nu echt eens iets gaan doen,' zegt Cleo. 'Ik weet dat het allemaal verschrikkelijk is en ik mis haar ook, maar dat is nog geen reden om je dochters te verwaar-lozen!' Cleo woont sinds twee weken bij me in huis om me te helpen met Quinn en Emily. Meteen vanaf het eerste ogenblik dat ze de tweeling zag, was ze als een moeder voor ze. Cleo verzorgt ze en speelt met ze, geeft ze te eten en verschoont ze. Omdat ik dat allemaal niet doe.
'Kijk nou toch eens hoe lief jij bent!' zegt ze met een liefkozend stemmetje tegen Quinn. 'Ja, je bent al gegroeid, hè? Kleine meid van me!' en ze houdt haar in de lucht. Quinn schatert het uit van de pret.
Ik kijk toe hoe blij Cleo is als ze met het kleine meisje speelt, en hoe blij ook de baby is. 'Kom op Jay, hou ze in ieder geval dan eens vast,' zegt Cleo alsof ze mijn gedachten kan lezen. 'Heb je ze überhaupt al aangeraakt?' vraagt ze verontwaardigd. Ik schud mijn hoofd.
Ik kijk toe hoe blij Cleo is als ze met het kleine meisje speelt, en hoe blij ook de baby is. 'Kom op Jay, hou ze in ieder geval dan eens vast,' zegt Cleo alsof ze mijn gedachten kan lezen. 'Heb je ze überhaupt al aangeraakt?' vraagt ze verontwaardigd. Ik schud mijn hoofd.
'Dan is het daar nu de hoogste tijd voor,' zegt ze en ze legt Emily in mijn armen, zonder dat ik erop voorbereid ben. Maar het moment dat ik in haar kleine oogjes kijk, ben ik verkocht. Het zijn Nicole's ogen, even licht en geheimzinnig als die van haar waren.
Nicole is er dan misschien wel niet meer, maar haar dochters zijn er nog wel. Mijn dochters. Ze leeft voort in hen. Ik kan niet langer zitten kniezen, het is tijd dat ik mijn plichten vervul en een vader word.
Emily steekt haar kleine armpjes naar me uit en kraait blij, alsof ze weet dat die man die haar nu voor de eerste keer vasthoudt haar vader is.
Emily steekt haar kleine armpjes naar me uit en kraait blij, alsof ze weet dat die man die haar nu voor de eerste keer vasthoudt haar vader is.
En vanaf die dag zet ik me voor 100 procent, nee, 200 procent in als vader. Ik neem vrij van mijn werk, zodat ik alle tijd heb voor de tweeling. Geld hebben we toch genoeg in de familie, dus dat is geen probleem.
En het duurt niet lang of mijn meisjes groeien op tot peuter. Cleo en ik blazen de kaarsjes op de taart uit en voor ik het weet zitten daar twee prachtige kleine peutertjes. Klein, maar toch wel iets groter dan eerst.
En het duurt niet lang of mijn meisjes groeien op tot peuter. Cleo en ik blazen de kaarsjes op de taart uit en voor ik het weet zitten daar twee prachtige kleine peutertjes. Klein, maar toch wel iets groter dan eerst.
We leren ze alle basisvaardigheden die ze moeten hebben. Praten, lopen en op het potje gaan. Het zijn enthousiaste leerlingen en ze leren snel.
'Gatver, dat zulke kleine meisjes zoveel smurrie kunnen veroorzaken!' zegt Cleo walgend als ze het potje leeg haalt. Emily kijkt haar onschuldig aan, terwijl ze uit haar flesje drinkt. 'Ja ja, en jij weet zeker van niks hè?'
Samen hebben Emily en Quinn ook de grootste lol. Vooral het poppenhuis is favoriet. Hoewel de poppen meer in hun mond wonen dan in het huis...
En eindelijk begin ik ook weer met werken. Het voelt goed om weer eens wat te doen. En ik moet meteen weer aan het werk, geen tijd om weer even te wennen. Er is een huisbrand in een huisje ergens aan de rand van Sunset Valley en het schijnt dat er een vrouw in nood is.
En inderdaad, als we bij het huis komen staat het in lichterlaaie. De vrouw zou op de eerste verdieping moeten zitten. 'Doe jij de begane grond, ik ga op zoek naar het slachtoffer,' schreeuw ik naar mijn collega Andy. Ik ren de trap op, maar voorzichtig; door de hitte van het vuur kan de trap aangetast zijn en makkelijk instorten.
Boven is een kleine kamer met een paar meubels die in brand staan. In de hoek van de kamer, waar het vuur nog net niet is gekomen, zit een gedaante bewegingloos in elkaar gedoken. Ik ren op haar af en kijk naar tekenen van leven. Ze ademt nog en heeft wonder boven wonder nog niet eens een verschroeid haartje. Maar haar ogen zijn dicht en ze ademt zwaar; dat moet komen door de dikke rookwolken die in de kamer hangen. Ik til haar op en draag haar naar buiten, terwijl ik haar bescherm met mijn armen gehuld in mijn vuurbestendige pak.